Blog

Olieprijzen zitten vast tussen wal en schip

Na de invasie van Oekraïne vorig jaar schoot de olieprijs door de psychologische grens van 100 $/vat. De markt was destijds uiterst gespannen, want het was nog onduidelijk wat de impact zou zijn op de olieproductie en -export van Rusland, één van 's werelds grootste olieproducenten. Inmiddels lijkt de oliemarkt de initiële schrik aardig te boven. Afgelopen jaar daalde de prijs ten opzichte van de piek in maart van $128 met zo’n $43, om rond de $85 het jaar 2023 in te gaan.

Gedurende de eerste helft van 2023 zat de olieprijs redelijk ‘klem’ tussen prijsopdrijvende en prijsdrukkende factoren met een vrij nauwe handelsbandbreedte tot gevolg. Vanaf mei dit jaar vestigde het zwarte goud echter meermaals nieuwe dieptepunten, waarmee de olieprijs op het laagste niveau uitkwam in twintig maanden tijd. Dit tot ongenoegen van Saoedi-Arabië en andere olieproducerende landen binnen het OPEC+-kartel.

Economische tegenvallers

De afgelopen maanden hebben centrale banken niet voor elkaar gekregen de inflatie te temperen. Forse renteverhogingen hebben slechts tot een minimale correctie op de kerninflatie geleid (het inflatiepercentage zonder de voedsel- en energiecomponenten). De economie remt verder af. Sterker nog, we zitten na twee achtereenvolgende kwartalen van krimp inmiddels in een technische recessie.

Met name de industrie heeft het zwaar in Europa. Deze sector is de energiecrisis nog lang niet te boven. En zeker als je kijkt naar inkoopmanagersindices, zoals de Nevi PMI of de S&P Global PMI, wijst alles op een aanhoudende krimp. 

De economische tegenvallers beperken zich niet tot Europa. Het was lange tijd de vraag of een economische opleving in China de rest van de wereld op sleeptouw kon nemen, maar de groei is tot op heden zeer beperkt gebleven.

Image
Image

Olieprijzen komen niet van de grond

Deze economische achtergrond houdt de olieprijs gevangen. Over het algemeen leidt een recessie tot lagere olieprijzen. Wanneer bedrijven hun productieactiviteiten afschalen en consumenten vooral consuminderen, kan de olievraag snel dalen. Dat zien we ook nu gebeuren. Onzekerheid over het economisch groeipotentieel, vooruitzichten voor kredietmarkten en verdere noodzaak voor een krapper monetair beleid zullen prijzen blijven drukken.

Het is niet verrassend dat grote olieproducerende landen de prijs proberen op te drijven, of in ieder geval te stutten. De belangrijkste speler is het OPEC+-kartel, samen goed voor grofweg de helft van de wereldwijde olieproductie. Binnen deze groep zijn Rusland en Saoedi-Arabië de grootste producenten en beide partijen zien graag stabilisering van de olieprijzen. De afgelopen periode heeft OPEC+ meermaals productiedoelstellingen naar beneden bijgesteld. Saoedi-Arabië kondigde onlangs nog aan de productie met 1 miljoen vaten per dag extra te reduceren.

Ondanks deze productieverlagingen is OPEC+ er tot nu toe niet in geslaagd de prijs structureel op te drijven. De prijs mag niet te ver wegzakken, vooral omdat Saoedi-Arabië een vatprijs van $81 nodig heeft om haar overheidsbegroting in balans te houden. Toch is de verbazing en het ongenoegen van Saoedi-Arabië over het prijsverloop begrijpelijk vanuit een fundamenteel perspectief.

De olievraag begeeft zich immers weer op het pre-corona niveau van rond de 101 miljoen vaten per dag; de voorraden ruwe olie in Europa staan in historische context laag; en in de VS is vorig jaar gigantisch ingeteerd op de strategische oliereserves. In dat opzicht zijn de huidige ‘lage’ prijzen verrassend, helemaal nu Saoedi-Arabië de productie drastisch heeft verlaagd. Toch lijkt de tegenvallende economische groei en vrees voor een recessie zwaarder te wegen op de markt, waardoor prijzen voorlopig niet verder stijgen.

Dat brengt olieproducerende landen in een benarde situatie. Als de winstmarges bij verdere prijsdalingen te krap worden, gaat dat ten koste van investeringen in productiecapaciteit. Op het eerste gezicht lijkt dat goed voor de energietransitie. Maar de wereld kan (nog) niet zonder olie. Volgens de forecasts van het Internationaal Energieagentschap (IEA) zal de wereldwijde olievraag nog zeker tot 2028 significant groeien en wellicht daar voorbij. 

Geopolitiek speelt olieprijs parten

Marktwerking is niet het enige wat de oliegemoederen bezig houdt. De relatie tussen Saoedi-Arabië en Rusland ligt net zo erg onder een vergrootglas. In 2016 was de toetreding van Rusland en andere landen tot OPEC+ een life-saver voor het kartel. Doorbraken in schalietechnologie bombardeerde de VS destijds tot oliegrootmacht; een flinke klap voor de economische macht van het kartel.

Lange tijd konden de twee landen gemakkelijk een gezamenlijke strategie volgen. Maar de vraag is hoe lang dat verstandshuwelijk standhoudt. Maand na maand zien we dat de spanningen oplopen. Want terwijl Saoedi-Arabië aanstuurt op productiebeperking, lijken de Russische olie-exports alsmaar te blijven stijgen. Dat is een teken dat Rusland voorlopig niet meegaat met de afgesproken productieverlagingen, hoewel dat lastig te verifiëren is.

Het is verklaarbaar dat Rusland hun olie-exports wil maximaliseren. Ze zitten vast in een (voor hen) onverwacht lange invasie en moeten de oorlogsmachine financieren. Maar als onderdeel van OPEC+ bedreigt het de stabiliteit van het hele kartel wanneer leden hun eigen pad uitstippelen en zich niet aan de afspraken houden. Zeker een grote speler zoals Rusland.

Image

Vooruitblik

Niets is voor altijd; ook het verstandshuwelijk tussen Saoedi-Arabië en Rusland niet. Historisch gezien zorgden politieke schokken voor de veranderingen binnen OPEC. Denk aan de Iraanse Revolutie in 1979 en het aantreden van Chavez in 1999. Als nu de belangen té veel uiteen lopen en Rusland samen met de andere ‘plus-leden’ uit het kartel stapt, verliest OPEC bijna 15% van zijn olieproductie. Dit behoort zeker tot de mogelijkheden als Poetin van het toneel zou verdwijnen. In het slechtste geval zorgt dit voor een forse verstoring in het olieaanbod, met sterke prijsstijgingen tot gevolg.

Vooralsnog zien we geen reden voor significant hogere olieprijzen gezien de economische groeiverwachtingen. Deze zijn voor 2023 nog redelijk, maar voor 2024 wordt verdere verslechtering voorspeld, en dat staat misschien wel tot in de eerste helft van 2024 hogere olieprijzen in de weg. Veel lager kunnen de prijzen overigens niet dalen: we zien 70 $/vat als een stevige bodemprijs.

Maar goed, het kan verkeren. Als de wereldeconomie toch sterk aantrekt, of wanneer geopolitieke ontwikkelingen het OPEC+-kartel opschudden, zullen olieprijzen stijgen. Mocht het tij keren, dan houden we je hiervan op de hoogte via onze Market Desk Update. Schrijf je hier in en blijf bovenop de marktontwikkelingen!