Image

Op Prinsjesdag heeft de regering de belastingplannen voor het jaar 2025 gepresenteerd. We hebben de belangrijkste wijzigingen rondom de energiebelasting ten opzichte van 2024 op een rij gezet. Ook de plannen die voor de komende jaren al bekend zijn, kunt u hier teruglezen.

Goed om te weten: Hoewel de Tweede Kamer de wijzigingen voor 2025 inmiddels heeft behandeld, zijn de plannen nog niet definitief. De Eerste Kamer moet de belastingplannen namelijk ook nog goedkeuren. Daarnaast moet de tariefindexactie nog formeel worden vastgesteld.

Wijzigingen belastingplan 2025

  • Verlaging energiebelasting gas voor verbruik tot 170.000 m3
    De energiebelasting voor gas over de eerste 170.000 m3 van het jaarverbruik, gaat in 2025 met 2,8 cent omlaag, oplopend naar een verlaging van 4,8 cent per m3 in 2030. Let op: in voorgaande jaren was juist een verhoging van de energiebelasting voor gas voor de jaren 2025 en verder vastgesteld. Deze verlaging geldt voor de eerder vastgestelde verhoging, waardoor het tarief voor 2025 niet 2,8 cent maar 0,5 cent lager uitvalt dan het huidige tarief. Op deze pagina vindt u de tarieven die in 2024 en 2025 gelden.
  • Beëindiging salderingsregeling per 2027
    De salderingsregeling voor kleinverbruikers stopt op 1 januari 2027. Vanaf dat moment verrekent een energieleverancier de teruggeleverde zonne-energie van een kleinverbruiker niet langer met de afgenomen elektriciteit. In plaats daarvan ontvangt de klant een 'terugleververgoeding' voor elke kilowattuur die aan het elektriciteitsnet wordt geleverd. Tot 2030 moet deze vergoeding minimaal 50% zijn van het tarief dat een kleinverbruiker betaalt voor elektriciteit aan een energieleverancier.
  • Verlaagd tarief voor waterstof vanaf 2026
    Vanaf 2026 geldt een lager energiebelastingtarief voor waterstof (bij energetisch gebruik als vervanger van aardgas). Deze belasting wordt gelijkgesteld aan het energiebelastingtarief voor elektriciteitsverbruik boven 10.000.000 kWh (met een verwacht tarief van € 0,00301 per kWh). Nu heeft waterstof nog hetzelfde belastingtarief als aardgas. Het tarief geldt voor alle soorten waterstof: groen, blauw en grijs. Let op: het verlaagde tarief geldt niet voor de levering van waterstof dat is bijgemengd met aardgas. Hiervoor blijft het reguliere energiebelastingtarief voor aardgas gelden.
  • Uitbreiding van de vrijstelling voor elektriciteitsverbruik bij waterstofproductie
    Vanaf 2026 wordt de vrijstelling voor elektriciteitsverbruik voor de productie van waterstof uitgebreid. Nu geldt de vrijstelling alleen voor het elektrolyseproces. Vanaf 2026 geldt deze vrijstelling ook voor het elektriciteitsverbruik bij andere stappen in het proces, zoals het zuiveren en ontzouten van water en het comprimeren van waterstof.

Eerder aangekondigde maatregelen per 2025

Naast bovenstaande wijzigen zijn er in de afgelopen jaren ook al andere maatregelen aangenomen die in 2025 en de jaren daarna ingaan. Deze maatregelen zijn al eerder door de Tweede en Eerste Kamer goedgekeurd en daarmee definitief.

  • Verhoging energiebelasting gas voor verbruiken hoger dan 170.000 m3
    Het energiebelastingtarief voor het verbruik tussen 170.000 en 1.000.000 m3 stijgt per 2025 met ongeveer 9,5 cent per m3. Voor het verbruik tussen 1.000.000 en 10.000.000 m³ gaat het tarief per 2025 omhoog met ongeveer 8 cent per m3. Deze tarieven worden in 2025 ook nog aangepast met een inflatiecorrectie. 
  • Afbouw verlaagd tarief energiebelasting Glastuinbouwsector
    Bedrijven in de Glastuinbouwsector hebben tot het met 2024 recht op een verlaagd tarief voor de energiebelasting op gas. Tussen 2025 en 2035 wordt dit verlaagd tarief geleidelijk afgebouwd. In 2025 wordt het tarief voor gasverbruik tot 170.000 m3 verhoogd met ongeveer 8,7 cent per m3. Voor het verbruik tussen 170.000 en 1.000.000 m3 stijgt het tarief met ongeveer 7,4 cent per m3. Deze tarieven worden ook nog aangepast met een inflatiecorrectie. Vanaf 2035 geldt ook voor deze sector het reguliere energiebelastingtarief. Op de website van de Rijksoverheid vindt u hier meer informatie over.
  • Beperking vrijstelling energiebelasting elektriciteitsproductie
    Aardgas dat wordt gebruikt voor de productie van elektriciteit, bijvoorbeeld in een Warmte-Kracht-Koppeling (WKK), is tot eind 2024 volledig vrijgesteld van energiebelasting. Tussen 2025 en 2030 wordt deze vrijstelling geleidelijk beperkt. Vanaf 2025 geldt de volledige vrijstelling alleen nog bij een rendement van ongeveer 40,5% en als de elektriciteit aan het net wordt geleverd. Vanaf 2030 geldt de vrijstelling alleen bij een elektrisch rendement van minimaal 60% en voor zover de elektriciteit aan het net wordt geleverd. Als het rendement lager is dan de benchmark, moet er energiebelasting worden betaald over het extra gasverbruik.
  • Einde van verlaagd tarief elektriciteit voor laadpalen
    Tot en met 2024 geldt er een verlaagd energiebelastingtarief voor laadpalen met een eigen aansluiting. Deze regeling wordt niet verlengd, wat betekent dat vanaf 2025 het reguliere tarief geldt voor de elektriciteit die wordt gebruikt door deze laadpalen.