Image

Ieder jaar presenteert de regering op Prinsjesdag de belastingplannen voor het volgende jaar. Op deze pagina leest u de belangrijkste wijzigingen rondom de energiebelasting die in 2026 ingaan en in 2025 zijn ingegaan. Ook de plannen die voor de jaren daarna al bekend zijn, kunt u hier teruglezen.

Wijzigingen belastingplan 2026

Goed om te weten: de voorgestelde wijzigingen en tarieven voor 2026 moeten nog door de Tweede en Eerste Kamer behandeld worden en zijn daarom nog niet definitief.

  • Tariefwijzigingen energiebelasting voor aardgas en elektriciteit
    Mede als gevolg van eerdere belastingplannen stijgt het energiebelastingtarief voor aardgas tot 10 miljoen m3. Dit geldt zowel voor regulier aardgasgebruik als voor aardgas dat wordt ingezet in de glastuinbouw. Tegelijkertijd daalt het tarief voor elektriciteit. Bekijk hier het volledige tariefoverzicht.
  • Vermindering energiebelasting minder verlaagd dan gepland
    De vermindering energiebelasting (heffingskorting) voor elektriciteitsaansluitingen met een verblijfsfunctie wordt minder verlaagd dan eerder gepland. In 2026 bedraagt deze heffingskorting € 519,80 (excl. btw) per jaar, in 2025 was dit € 524,95 (excl. btw).
  • Vermindering energiebelasting beperkt tot woningen
    Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen waarmee de regering wordt gevraagd de vermindering energiebelasting (heffingskorting) te beperken tot objecten met een “woonfunctie” en de opbrengst te gebruiken voor het verhogen van de heffingskorting voor huishoudens. De precieze uitwerking en ingangsdatum zijn nog niet bekend.
  • Versoepeling CO2-heffing voor industrie
    Industriële bedrijven die veel CO2 uitstoten betalen een CO2-heffing bovenop de Europese emissiehandel (EU ETS). Met deze heffing wil de overheid bedrijven stimuleren minder CO2 uit te stoten. Door onder andere het minimum CO2-tarief te verlagen tot onder de verwachte EU ETS prijs, verwacht het kabinet dat bedrijven structureel geen CO2-heffing hoeven te betalen. Dit geldt niet voor afvalverbrandingsinstallaties (AVI’s). Voor AVI's wordt het tarief juist stapsgewijs verhoogd naar € 295,- per ton CO2 in 2030.

    De CO2-heffing verloopt niet via energieleveranciers, maar wordt rechtstreeks door de overheid geïnd. Volg voor meer informatie en updates de website van de Rijksoverheid.

Eerder aangenomen wijzigingen voor 2026 en verder

In de afgelopen jaren zijn ook al andere maatregelen aangenomen die in 2026 en de jaren daarna ingaan. Deze maatregelen zijn eerder al wel door de Tweede en Eerste Kamer goedgekeurd en zijn daarmee definitief.

  • Benchmarkrendement voor elektriciteitsproductie stijgt
    Bedrijven die elektriciteit of gas gebruiken voor de productie van elektriciteit (bijvoorbeeld met een Warmte-Kracht-Koppeling (WKK), komen in aanmerking voor een vrijstelling van energiebelasting. De hoogte van de vrijstelling hangt af van het rendement van de installatie en welk deel van de geproduceerde elektriciteit u teruglevert aan het net en en welk deel u zelf verbruikt.

    In 2026 gaat het benchmarkrendement voor elektriciteitsproductie naar 43,2% (0,2635 Nm3 per kWh) voorzover de elektriciteit wordt teruggeleverd aan het net. Dit wordt stapsgewijs verhoogd naar 60% in 2030. Voor geproduceerde en zelf verbruikte elektriciteit bedraagt de vrijstelling maximaal 0,1498 Nm3 per kWh. Heeft de installatie een lager rendement, dan betaalt u energiebelasting over het meerverbruik aan aardgas.
  • Verlaagd tarief voor waterstof vanaf 2026
    Vanaf 2026 geldt een lager energiebelastingtarief voor waterstof (bij energetisch gebruik als vervanger van aardgas). Dit tarief wordt gelijkgesteld aan het tarief voor elektriciteitsverbruik boven 10.000.000 kWh (met een verwacht tarief van € 0,00301 per kWh). Nu heeft waterstof nog hetzelfde belastingtarief als aardgas. Het tarief geldt voor alle soorten waterstof: groen, blauw en grijs. Let op: het verlaagde tarief geldt niet voor de levering van waterstof die is bijgemengd met aardgas. Hiervoor blijft het reguliere energiebelastingtarief voor aardgas gelden.
  • Uitbreiding van de vrijstelling voor elektriciteitsverbruik bij waterstofproductie
    Vanaf 2026 wordt de vrijstelling voor elektriciteitsverbruik voor de productie van waterstof uitgebreid. Nu geldt de vrijstelling alleen voor het elektrolyseproces. Vanaf 2026 geldt deze vrijstelling ook voor het elektriciteitsverbruik bij andere stappen in het proces, zoals het zuiveren en ontzouten van water en het comprimeren van waterstof.
  • Beëindiging salderingsregeling per 2027
    De salderingsregeling voor kleinverbruikers stopt op 1 januari 2027. Vanaf dan verrekent een energieleverancier de teruggeleverde zonne-energie van een kleinverbruiker niet langer met de afgenomen elektriciteit. In plaats daarvan ontvangt een kleinverbruiker een 'terugleververgoeding' voor elke kilowattuur die aan het elektriciteitsnet wordt geleverd. 

Wijzigingen belastingplan 2025

In 2025 zijn onderstaande wijzigingen ten opzichte van het belastingplan van 2024 ingegaan.

  • Verlaging energiebelasting gas voor verbruik tot 170.000 m3
    De energiebelasting voor gas over de eerste 170.000 m3 van het jaarverbruik, gaat in 2025 met 2,8 cent omlaag, oplopend naar een verlaging van 4,8 cent per m3 in 2030. Let op: in voorgaande jaren was juist een verhoging van de energiebelasting voor gas voor de jaren 2025 en verder vastgesteld. Deze verlaging geldt voor de eerder vastgestelde verhoging. Het tarief voor 2025 is daardoor niet 2,8 cent maar 0,5 cent lager dan het tarief in 2024.
  • Verhoging energiebelasting gas voor verbruiken hoger dan 170.000 m3
    Het energiebelastingtarief voor het verbruik tussen 170.000 en 1.000.000 m3 stijgt per 2025 met ongeveer 9,5 cent per m3. Voor het verbruik tussen 1.000.000 en 10.000.000 m3 gaat het tarief per 2025 omhoog met ongeveer 8 cent per m3.
  • Afbouw verlaagd tarief energiebelasting Glastuinbouwsector
    Bedrijven in de Glastuinbouwsector hebben tot en met 2024 recht op een verlaagd tarief voor de energiebelasting op aardgas. Tussen 2025 en 2035 wordt dit verlaagd tarief geleidelijk afgebouwd. In 2025 wordt het tarief voor gasverbruik tot 170.000 m3 verhoogd met ongeveer 8,7 cent per m3. Voor het verbruik tussen 170.000 en 1.000.000 m3 stijgt het tarief met ongeveer 7,4 cent per m3. Vanaf 2035 geldt ook voor deze sector het reguliere energiebelastingtarief. Op de website van de Rijksoverheid vindt u hier meer informatie over.
  • Beperking vrijstelling energiebelasting elektriciteitsproductie
    Aardgas dat wordt gebruikt voor de productie van elektriciteit, bijvoorbeeld in een Warmte-Kracht-Koppeling (WKK), is tot eind 2024 volledig vrijgesteld van energiebelasting. Tussen 2025 en 2030 wordt deze vrijstelling geleidelijk beperkt. Vanaf 2025 geldt de volledige vrijstelling alleen nog bij een rendement van ongeveer 40,5% en als de elektriciteit aan het net wordt geleverd. Vanaf 2030 geldt de vrijstelling alleen bij een elektrisch rendement van minimaal 60% en voor zover de elektriciteit aan het net wordt geleverd. Als het rendement lager is dan de benchmark, moet er energiebelasting worden betaald over het extra gasverbruik.
  • Einde van verlaagd tarief elektriciteit voor laadpalen
    Tot en met 2024 geldt er een verlaagd energiebelastingtarief voor laadpalen met een eigen aansluiting. Deze regeling wordt niet verlengd, waardoor vanaf 2025 het reguliere tarief geldt voor de elektriciteit die wordt gebruikt door deze laadpalen.